Berg en Dal

24/7 bereikbaar voor noodgevallen

Vaccinatie voor katten

vaccinatie kat

Heb je een nieuwe kitten in huis? Ga voor een gezondheidscontrole en de eerste vaccinatie (als de kitten 9 tot 12 weken oud is) naar de dierenarts. Voorafgaand aan de vaccinatie wordt je kat bij ons lichamelijk uitvoerig onderzocht en wordt samen met jou besproken welke vaccinaties voor je kat raadzaam zijn. Voor de meest gevaarlijke en besmettelijke ziekten is het mogelijk om je kat te laten vaccineren. Ons aanbevolen vaccinatie-schema vind je hieronder. De kern van ons vaccinatie-programma bestaat uit de vaccinatie tegen de zeer gevaarlijke kattenziekte en niesziekte. Er kan aanvullend gevaccineerd worden tegen een aantal andere ziektes, zoals bijvoorbeeld hondsdolheid, bordetella (variant van de niesziekte).

Waarom vaccineren?
Niet gevaccineerde katten lopen het risico op ernstige infectieziekten, die levensbedreigend kunnen zijn. Door vaccinatie kan je je kat een optimale bescherming geven tegen deze ziekten. Het is verstandig om waar mogelijk je kat tegen ziektes te beschermen door middel van regelmatige vaccinatie. Vaccineren is belangrijk want de ziektes waar het om gaat zijn vaak goed te voorkomen maar lastig te genezen. Het aantal ziektes bij katten dat dankzij vaccinatie kan worden voorkomen, is in de loop van de jaren aanzienlijk toegenomen. De vaccins worden voortdurend verbeterd, met name om vaccinatie op een jongere leeftijd mogelijk te maken.

Wat is een vaccinatie?
Bij een vaccinatie gaat het afweersysteem van de kat ook afweerstoffen maken tegen de ziekte waartegen is gevaccineerd. De kat is daardoor een bepaalde periode beschermd tegen die ziekte. Het vaccin bevat zwakke of dode ziekteverwekkers, waardoor de kat na vaccinatie niet ziek wordt.

Welke vaccinaties nodig zijn hangt samen met veel factoren, zoals:

  • wanneer de laatste vaccinatie van je huisdier heeft plaatsgevonden
  • de leeftijd van je kat
  • de leefomstandigheden (contact met andere honden of katten)
  • de vraag of je kat meegaat naar het buitenland

Vaccinatieschema voor je kat

  standaardvaccinatie andere vaccinaties:
9 weken katten- en niesziekte  
12 weken katten- en niesziekte hondsdolheid, bordetellaneusenting
1 jaar katten- en niesziekte bordetella-neusenting
2 jaar niesziekte bordetella-neusenting
3 jaar niesziekte hondsdolheid, bordetellaneusenting
4 jaar katten- en niesziekte bordetella-neusenting
enzovoorts    

vaccinatie

De voornaamste ziekten die voorkomen bij de kat:

Kattenziekte 

Een zeer besmettelijke virusaandoening die een hoog sterftecijfer kent.

Typische symptomen: 

  • algemene loomheid
  • hoge koorts
  • braken 

Als de kat de eerste fase overleeft, krijgt de kat na enkele dagen ook diarree. De diarree is zwart, stinkend, en kan bloedstolsels en slijm bevatten. De kat heeft veel buikpijn, wil niet eten en drinken en zal uitdrogen. In het bloedonderzoek kan de dierenarts een daling van alle witte- en rode bloedcellen en bloedplaatjes waarnemen, een zogenaamde panleukopenie. Kattenziekte wordt veroorzaakt door het parvovirus en heeft meestal een dodelijke afloop. Een inenting geeft 100% bescherming tegen deze ziekte en hoeft maar 1x in de 3 jaar gegeven te worden. Jonge kittens tot 6 maanden zijn het meest vatbaar, maar ook volwassen dieren die niet voldoende beschermd zijn, kunnen kattenziekte krijgen.

Niesziekte of ‘kattengriep’

Het is de meest voorkomende infectieuze aandoening bij katten.

Voornaamste symptomen: 

  • vermoeidheid 
  • niezen
  • neusvloei en tranende ogen
  • oogontsteking
  • koorts

Het wordt veroorzaakt door een hele reeks bacteriën en virussen. Het is uiterst besmettelijk en waar meerdere katten samenzitten kunnen echte epidemieën uitbreken. Dieren van elke leeftijd kunnen niesziekte krijgen. Waterige of etterige uitvloei uit ogen en neus treedt samen met het niezen op. De ogen kunnen door het etter volledig dichtkleven. Het grootste probleem van niesziekte is dat er een chronische vorm kan ontstaan, vooral bij dieren die de eerste infectie opliepen als kitten. In sommige gevallen heeft de kat last van pijnlijke zweren in de mond, die de voedselopname kunnen belemmeren. Voor kittens en verzwakte dieren kan deze ziekte dodelijk zijn.

Kattenleucose

Leucose is één van de belangrijkste ziekten en doodsoorzaken bij katten.

De ziekte leucose ontstaat ten gevolge van een infectie met het Feliene Leucemie Virus (FeLV). FeLV wordt voornamelijk overgedragen via speeksel van besmette katten, maar ook via urine en ontlasting. Niet alle katten die in contact komen met het leucemie virus krijgen ook daadwerkelijk de ziekte leucose. Men heeft vastgesteld dat voornamelijk jonge kittens gevoelig zijn voor het ontwikkelen van de ziekte. Oudere katten schijnen in vele gevallen een afweer tegen het virus te ontwikkelen. Infectie met FeLV veroorzaakt leukemie: tumoren van de witte bloedcellen. Dit kan tot gevolg hebben dat de kat tumoren krijgt, eender waar in het lichaam. Vaak worden de interne organen, zoals lever, longen, milt en nieren aangetast. De ziektetekens zijn zeer uiteenlopend, dat er niet echt bepaalde klachten wijzen op besmetting ermee. Enkele klachten die vaak voorkomen zijn: bloedarmoede, diarree, zwakte,…Met behulp van een bloedonderzoek, kunnen we een zekere diagnose stellen.

FeLV ziekteverschijnselen:

  • Tumoren (de meest voorkomende tumor is maligne lymfoom maar ook leukemie, tumoren in lever, nieren, buikvlies of milt kunnen ontstaan)
  • Bloedarmoede doordat het beenmerg niet goed meer functioneert
  • Vermageren
  • Benauwdheid
  • Koorts
  • Sloomheid
  • Zwelling van lymfeknopen
  • Oogontstekingen zoals uveitis

Het is afhankelijk van waar de tumoren zich bevinden en welke organen aangetast zijn, welke klachten de kat krijgt. Hoelang de kat nog kan leven met zijn ziekte is afhankelijk van de symptomen en zijn weerstand. De kat dient in ieder geval apart gehouden te worden van andere katten in verband met het besmetten van andere katten. Dit betekent dat de kat ook niet naar buiten mag, omdat hij dan andere katten kan besmetten.

Hondsdolheid (rabiës- razernij )

De ziekte hondsdolheid of rabiës heeft een misleidende naam, want ze is niet enkel voor de hond gevaarlijk: alle zoogdieren kunnen hondsdolheid krijgen, ook de mens.
Rabiës wordt veroorzaakt door een virus dat de hersenen aantast. Een kat die besmet is met dit virus zal wegkruipen en slecht in erg uitzonderlijke gevallen bijten. Het virus komt via het speeksel in een wondje in het lichaam terecht, en verspreidt zich langs de zenuwbanen naar de hersenen, waardoor het dier sterft binnen de 6 maanden. 
Hondsdolheidvaccinatie is verplicht indien je naar het buitenland wil reizen met je kat. Het bewijs van vaccinatie wordt in het Europees paspoort genoteerd door de dierenarts en is, voor de meeste Europese landen, 3 jaar geldig. Hou er rekening mee dat het vaccin bij de eerste vaccinatie, pas 21 dagen na toediening werkzaam is. Zorg dus dat u minimum 3 weken voor vertrek uw kat laat vaccineren tegen hondsdolheid.

Bordetella

Dit is een bacteriële infectie die zelfstandig ziektesymptomen kan veroorzaken. De Bordetella-bacterie wordt overgebracht van kat op kat via rechtstreeks contact en door het inademen via de neus. Deze bacterie is erg besmettelijk. De vaccinatie bestaat uit druppels in de neus, is werkzaam na 72 uur, geeft gedurende een jaar bescherming en moet jaarlijks herhaald worden.

Tijdens het vaccinatiebezoek van je huisdier aan onze praktijk voeren wij een algemeen onderzoek uit, om vast te stellen of je kat gezond is, zodat er veilig gevaccineerd kan worden.