Berg en Dal

24/7 bereikbaar voor noodgevallen

Vaccinatie voor schapen en geiten

Vaccinatie voor schapen en geiten

Vaccinatie van schapen en geiten helpt om de weerstand te verhogen en maakt dat de dieren minder gevoelig zijn voor infectie.

Schapen en geiten kunnen gevaccineerd worden tegen:

  • Q-koorts​
  • rotkreupel
  • zere bekjes
  • blauwtong
  • bloedziekte
  • zomerlongontsteking

Q-koorts is een bacterieziekte die wordt veroorzaakt door Coxiella burnetii. Verschillende diersoorten zijn gevoelig voor deze ziekte. De Q-koortsbacterie komt vooral in de lucht als besmette en niet gevaccineerde dieren een jong krijgen of aborteren. Een andere manier om besmet te raken is door direct contact met besmette dieren. De symptomen zijn grieperigheid en abortus. Deze vrij infectieuze bacterie kan overslaan naar de mens via melk, mest, urine, materiaal van abortus en stof. Vaccinatie verkleint de kans dat dieren besmet raken. Als een dier toch besmet is, zorgt vaccinatie met Coxevac ervoor dat dieren minder Q koortsbacteriën uitscheiden. Het vaccin is geschikt voor alle dieren ouder dan 3 maanden en de dieren moeten 2 keer gevaccineerd worden met 3 weken ertussen. Het vaccin mag niet gebruikt worden bij drachtige dieren omdat het dan minder goed werkt.

Rotkreupel is een veel voorkomende besmettelijke klauwaandoening onder schapen en geiten. Het is een goed te behandelen klauwaandoening, een snelle behandeling is zeer belangrijk. De aandoening begint met een ontsteking van de tussenklauwhuid. Verscheidene bacteriën tasten de klauwen en tussenklauwhuid aan. In het begin van de infectie is nog niet veel aan de huid tussen de klauwtjes te zien behalve dat het wat grijswit is en warm aanvoelt. De typische bedorven geur is kenmerkend voor deze aandoening. Rotkreupel is erg pijnlijk waardoor de dieren op hun voorknieën gaan grazen. De infectie is niet altijd zichtbaar, maar komt tot uiting afhankelijk van de weersomstandigheden. Warm en vochtig weer bevordert rotkreupel. Ook zijn jonge dieren hiervoor gevoeliger dan oudere dieren. Sommige schapen of geiten kunnen drager zijn, zonder symptomen te vertonen. Footvax is het vaccin ter voorkoming en als behandeling tegen rotkreupel. Deze vaccinatie wordt gegeven vanaf de leeftijd van 3 maanden en werkt zeer goed. De schapen en geiten worden tweemaal geënt met een tussenpoos van 6 weken en dient jaarlijks te worden herhaald. 

Zere bekjes of Ecthyma komt vooral voor bij jonge geiten- en schapenlammeren, Het ecthyma-virus (familie van het pokkenvirus) kan alleen de huid binnendringen wanneer die enigszins beschadigd is. Enkele dagen na infectie ontstaat een rode zwelling. Na 5 à 6 dagen ontstaan blaasjes die openbarsten en korsten krijgen. Deze pokachtige letsels komen voor rond de neus, de mond en op de tepels. Bijkomende bacteriën verergeren het beeld. Als er geen bacteriën zijn, die de genezing belemmeren, duurt het 4 weken voordat het dier weer hersteld is. Aangezien de aandoening pijnlijk is, kan het voorkomen dat lammetjes niet meer willen drinken of ooien hun lammeren niet meer laten drinken. Het is ook een zeer besmettelijke ziekte die zich snel kan verspreiden. Ook voor mensen is het virus besmettelijk dus hygiëne is in dit geval zeer belangrijk. Ontsmetten van de letsels en eventueel toedienen van antibiotica gebeurt om secundaire bacteriële infecties te voorkomen. Schapen en geiten kunnen worden gevaccineerd met een levend en verzwakt vaccin. 

Blauwtong is een virusbesmetting die voorkomt bij schapen en geiten en die overgedragen wordt door bepaalde muggensoorten (knutten) en niet door contact van schapen onderling. Knutten zijn slechts 1 millimeter groot, hebben een langwerpig bruin lichaam met doorschijnende vleugels, het steekt niet, maar bijt. De ziekte is ongevaarlijk voor mensen. De meest voorkomende verschijnselen zijn zeer hoge koorts, neusuitvloeiing en schuimig speeksel op de mond. Daarnaast hebben de dieren last van verwondingen en ontstekingen van de mond en de tong. Die wordt soms blauw, vandaar de naam. Er zijn efficiënte dode vaccins ter beschikking voor schapen en geiten. De basisenting bestaat uit twee entingen met enkele weken tussentijd. Jaarlijks moeten de dieren een herhalingsenting krijgen.

Bloedziekte is een aandoening die op elke leeftijd kan voorkomen, maar vooral snel groeiende lammeren van 3 tot 10 weken oud worden het slachtoffer. Andere benamingen voor "het bloed" zijn weeldeziekte, eiwitvergiftiging of enterotoxemie. Het wordt veroorzaakt door afscheidingstoffen van een Clostridium bacterie. Covexin 10 is het vaccin dat schapen beschermt tegen Clostridium (“het bloed" en onder andere tetanus). Vaccinatie is mogelijk vanaf een leeftijd van 2 weken. Deze vaccinatie moet dan wel 4 – 6 weken later herhaald worden. Het duurt dan 10 - 14 dagen voordat de lammeren immuun zijn. De beste methode is de drachtige schapen te enten. De eerste keer moeten schapen 2 maal worden geënt. De laatste enting moet 2 - 3 weken voor het begin van de lammertijd plaatsvinden. 

Zomerlongontsteking is een longontsteking bij schapen en geiten die veroorzaakt wordt door de bacterie Pasteurella haemolytica. Deze bacterie komt veel voor in de neus- en keelholte van gezonde schapen en het is niet altijd duidelijk waarom deze dragers ineens klinische verschijnselen gaan vertonen. We zien zomerlongontsteking voornamelijk bij opgroeiende lammeren hoewel ook oudere dieren ziek kunnen worden. Slechte weersomstandigheden, grote schommelingen in dag- en nachttemperatuur, een slecht klimaat op stal en stress worden genoemd als mogelijke oorzaak van deze ziekte. Schapen en geiten kunnen volgende symptomen vertonen: hoesten, koorts, vermagering en benauwdheid. Heptavac P is een vaccin dat bescherming geeft bij schapen tegen Clostridium (‘het bloed’ en onder andere tetanus) en Pasteurellose (zomerlongontsteking). Omdat antistoffen tegen zomerlongontsteking wel via de biest aan de lammeren worden doorgegeven maar deze bescherming vrij snel afloopt is het verstandig om de lammeren vanaf een leeftijd van 3 weken voor de eerste keer te vaccineren en 2 tot 4 weken later voor de tweede keer. Ooien die nog nooit gevaccineerd zijn moeten 2 keer geënt worden: minimaal 6 en 2 weken voor het lammeren. De vaccinatie moet jaarlijks worden herhaald.